Hoe vervang je een dakgoot?

Een dakgoot moet altijd een beetje schuin aflopen naar de regenpijp: dat noem je het afschot. Zo stroomt het regenwater goed weg en blijft er niks in de goot staan.

Begin met het bevestigen van de eerste en laatste beugel, aan beide uiteinden van de dakgoot.

Span een touwtje tussen deze twee beugels. Daarmee kun je met een waterpas controleren of er genoeg afschot is richting de regenpijp. Reken op ongeveer 2 mm per meter goot.

In ons voorbeeld is de dakgoot 6,5 meter lang, dus komt de beugel bij de regenpijp ongeveer 1,5 cm lager te zitten dan de andere kant. Heb je meer ruimte nodig om afschot te maken? Plaats dan een extra houtje tussen de beugel en het dak.

Gebruik het touwtje als leidraad voor de rest van de beugels. Bevestig ze om de 50 cm, zo voorkom je dat de dakgoot later gaat doorhangen.

Let op: zet de lipjes aan de achterkant van elke beugel omhoog. Dat maakt het straks makkelijker om de dakgoot vast te klikken.

Meet eerst de totale lengte van de dakgoot die je nodig hebt.

Leg de onderdelen alvast uit op de grond, bijvoorbeeld met een eindstuk en een standaard stuk van 4 meter. Teken de juiste maat af op de dakgoot. Gebruik hiervoor een winkelhaak, zodat je een rechte zaaglijn hebt. In ons voorbeeld zagen we een stuk van 258 cm.

Zaag de PVC dakgoot met een ijzerzaag. Leg de goot tijdens het zagen ondersteboven neer – dat werkt makkelijker en geeft meer grip.

Eindstukken & verbinden

Op de uiteinden van de dakgoot bevestig je eindstukken. Schuur de lijmvlakken licht op met schuurpapier, breng PVC-lijm aan en klik alles stevig in elkaar.

Wil je twee dakgootdelen aan elkaar maken? Gebruik dan een verbindingsstuk. Lijm zowel het verbindingsstuk als de rand van de dakgoot. Druk alles goed aan en veeg overtollige lijm meteen weg.

Laat de lijm ongeveer 10 minuten drogen, zodat alles stevig vastzit voordat je verdergaat.

Plaats de uitloop zo dicht mogelijk bij het uiteinde van de dakgoot, maar let goed op: hij mag niet in de weg zitten van de eerste ophangbeugel.

Gebruik een gatenzaag van 86 mm om een rond gat in de onderkant van de dakgoot te boren. Dit is nodig om de uitloop te monteren.

Schuur de randen van het gat licht op met een stukje schuurpapier. Zo verwijder je losse stukjes en zorg je voor een goede hechting.

Breng PVC-lijm aan op de rand van de uitloop én aan de binnenkant van het geboorde gat.

Draai de uitloop daarna vast met de meegeleverde wartel met schroefdraad. Dit doe je van onderaf. Zorg dat je de wartel stevig aandraait, zodat de uitloop goed op z’n plek blijft zitten.

Tijd om de dakgoot te monteren! Begin met het deel waar de regenpijpuitloop aan zit.

Houd de achterkant van de dakgoot iets omhoog en haak eerst de voorkant in alle beugels. Laat het daarna rustig zakken.

Plaats nu het tweede stuk dakgoot. Breng PVC-lijm aan op de rand én in het verbindingsstuk. Schuif de twee delen in elkaar voor een stevige, waterdichte verbinding.

Zet daarna ook de achterkant van de dakgoot vast. Dit doe je door de lipjes of klemmetjes van de beugels over de dakgoot naar beneden te buigen. Zo zit alles stevig op z’n plek.

Zaag de regenpijp op maat zodat hij precies past tussen de dakgoot en de afvoer.

Bevestig de regenpijp met een beugel aan de muur. Bij een langere regenpijp plaats je om de meter een extra beugel, zodat alles stevig blijft zitten - ook bij een flinke regenbui.

Wil je minder onderhoud aan je dakgoot? Leg dan een gootnet in de goot. Bladeren blijven erop liggen, drogen op en waaien vanzelf weer weg. Zo blijft je goot vrij van verstoppingen.

Gebruik je geen gootnet? Plaats dan in elk geval een bladbolrooster in de opening van de regenpijp. Die voorkomt dat bladeren de regenpijp verstoppen.

Tip: Houd je dakgoten in topconditie door ze minstens één keer per jaar schoon te maken met een dakgootschep. Zo voorkom je verstoppingen én lekkage. Bekijk hier meer tips over het schoonmaken van je dakgoot.