Zelf je tussenwand plaatsen

Bepaal waar je de tussenwand gaat maken en meet de ruimte op. In deze ruimte loopt een nokbalk die de ruimte in tweeën splitst, de tussenwand kan deze in dit geval makkelijk volgen.

Monteer de eerste liggende balk aan de nokbalk. Als er geen leidende nokbalk in de ruimte aanwezig is, is het het beste om de eerste liggende balk op de vloer te monteren. Meet de nokbalk van muur tot muur op. Voor het frame gebruiken we balken van 44 bij 69 mm Schroef de schroeven gedeeltelijk in het hout voordat je begint. Zet de balk met 2 personen recht tegen de nokbalk aan en schroef deze vast. Als de balk te kort is, monteer dan een extra stuk tussen de balk en de wand.

Meet de ruimte tussen de liggende balk en de vloer op en zaag een balk op maat. Plaats de balk tegen de muur en controleer met de waterpas of deze loodrecht staat. Als de balk waterpas staat, schroef je deze vast in het bestaande houten frame. Herhaal dit aan de andere zijde. Aan deze kant bevindt zich een stenen muur, dus hier monteer je de balk met behulp van slagpluggen. Meet opnieuw de afstand en zaag de balk op maat. Markeer waar je de slagpluggen wilt hebben. Zorg ervoor dat de balk op de juiste plek waterpas staat en teken de balk aan beide zijden af op de muur. Boor met een houtboor de gaten voor. Plaats de balk weer op de afgetekende plek tegen de wand en boor met een steenboor door de voorgeboorde gaten in het hout om r de gaten in de muur te maken Breng montagekit aan op de balk. Plaats de slagpluggen in de voorgeboorde gaten, positioneer de tweede staande balk op de juiste plek en sla de pluggen stevig vast met een hamer.

Een tussenwand moet niet direct op laminaat of pvc-vloeren geplaatst worden, het is dus belangrijk om een vloerdeel eruit te zagen. Leg de balk op het laminaat en markeer de positie. Zaag het laminaat met een speling van 5 mm aan elke zijde uit en teken deze speling ook af op de vloer. Meet de breedte van de zaag die je gaat gebruiken. Plaats een geleidingslat met behulp van een winkelhaak op deze breedte en schroef deze vast in het laminaat met schroeven die niet te lang zijn. Zorg ervoor dat de zaagdiepte niet te diep is ingesteld en zaag het laminaat door. Verwijder het laminaat en eventuele ondervloer. Indien er leidingen en bedrading in de vloer aanwezig zijn, is het veiliger om de balk met een hoogwaardige kit vast te zetten in plaats van deze in de vloer vast te boren. Bevestig de liggende balk aan de staande balk met schuin geplaatste 4.5x70 schroeven.

Teken voor de staanders op beide liggende balken, hart-op-hart 60 cm af. Dit is de breedte van de gipsplaten. Meet dit vanaf waar de muur begint en de eerste gipsplaat tegenaan komt. Teken af op de bovenkant én de zijkant van de balk. Herhaal dit elke 60 cm tot aan het einde van de wand. Meet nu hoe hoog de staanders moeten zijn. Teken de lengte af op de balk en zaag een staander op maat. Markeer het midden van de balk zodat je deze exact kunt uitlijnen op de markeringen van de liggende balken. Lijn de staander uit op de onderste en bovenste markeringen. Tik waar nodig de markeringen op hun plek met een hamer. Controleer of de balk waterpas staat en of de afstand klopt. Zet de balken aan elkaar vast met schuin geplaatste 4.5x70 schroeven. Als alles klopt, monteer je de rest van de staanders op dezelfde wijze in het frame. De laatste staander monteer je ook weer op 60cm hart-op-hart van de een-na-laatste staander. Controleer of alle staanders stevig staan nadat deze zijn gemonteerd.

Het is tijd om de gipsplaten te monteren! Om geluidsoverdracht te voorkomen, zorg je ervoor dat de gipsplaten de vloer niet raken. Tip! Plaats roerhoutjes onder de platen voor een mooie ruimte tussen de platen en de vloer.

Tip! Plaats roerhoutjes onder de platen voor een mooie ruimte tussen de platen en de vloer. Zet een gipsplaat op de roerhoutjes en schroef deze vast aan de balken. Let op! Gebruik een gipsplaat bitje om de schroeven mooi te verzinken zonder de gipsplaat te breken. Hou circa 25 à 30 cm tussen elke schroef aan en bevestig de gipsplaat op het frame. Het laatste stukje gipsplaat moet op maat gesneden worden. Meet de hoogte van de laatste gipsplaat tot aan het plafond. Teken de maat af over de breedte van de gipsplaat met een regel of liniaal. Snijd de gipsplaat in en breek hem af door naar achteren te drukken. Snijd de kartonnen achterkant met een mes van achteren af. Monteer de rest van de gipsplaten op dezelfde wijze. Aangezien er in deze ruimte een verlaagd plafond wordt geplaatst, komen er korte stukjes boven in en uit het zicht te liggen. Het laatste smallere stuk gipsplaat maak je op maat door het in de lengte te snijden.

Als je één zijde van de wand hebt afgewerkt met gipsplaten, kun je vanaf de andere kant isolatie aanbrengen. Plaats eerst eventuele elektrakabels en uitsparingen voor wandcontactdozen. Voordat je begint met snijden, zet je een stofmasker en een veiligheidsbril op. Trek ook werkhandschoenen aan, omdat bijvoorbeeld glaswol erg kan gaan jeuken. Plaats de isolatie tussen de balken. Snijd voor de kleinere delen de isolatie op maat. Je kunt beter iets te breed snijden dan iets te smal; de isolatie delen klemmen zichzelf dan goed vast. Eventuele kieren kun je opvullen met stukjes afgesneden isolatiemateriaal.

Plaats na het isoleren de gipsplaten aan de andere kant op dezelfde manier als bij stap 8. Snij of zaag eventuele obstakels uit de gipsplaten. De tussenwand is klaar voor verdere afwerking.