Stap 2 | Muurtype controleren

Om er zeker van te zijn dat je het laminaat stevig bevestigd, is het belangrijk om te weten op welk muurtype je gaat werken.

Heb je een betonnen muur? Dan moet je van tevoren een voorzetwand met rachels maken. Deze rachels boor je vast aan de betonnen muur met tenminste 3 pluggen per rachel. Vervolgens monteer je het laminaat met kit op de rachels en zet je iedere plank extra vast met spijkers of nietjes.

In dit stappenplan gaan we uit van een gipswand. Begin met het plaatsen van het laminaat direct op de muur met behulp van montagekit. Zorg ervoor dat de kit gelijkmatig verdeeld is over de achterkant van het laminaat om een stevige hechting te garanderen.

Daarnaast spijker je de planken vast aan de muur met behulp van spijkers voor een extra versteviging. Houd er rekening mee dat laminaat behoorlijk wat gewicht heeft, dus een stevige bevestiging is essentieel.

Stap 3 | Eerste strook monteren

In dit stappenplan hebben we ervoor gekozen om het laminaat horizontaal aan de muur te bevestigen, maar het is ook mogelijk om dit verticaal of overdwars te doen. Weet je niet welk laminaat je tegen de muur wil plaatsen? Bekijk dan ons productadvies laminaat.

Om te beginnen, plaats je afstandblokjes van 7 tot 10 mm op de vloer tegen de muur aan. Verdeel vervolgens gelijkmatig kit over de eerste plank, waarbij je ervoor zorgt dat je niet te veel gebruikt. Druk de plank, met de lange zijde naar boven, stevig tegen de muur en controleer of deze waterpas is. Bevestig de plank aan de muur met een tacker. Aangezien de onderste rij het volledige gewicht van de laminaatwand draagt, is het belangrijk dat deze stevig vastzit.

Breng op de volgende plank opnieuw kit aan en klik deze volgens de instructies van de fabrikant vast op de korte kant van de eerste plank. Houd rekening met de afstandblokjes en controleer met een waterpas of alles recht tegen de muur zit. Zodra de plank goed tegen de muur aan zit, spijker je deze weer stevig vast met de tacker. Voel met een drevel of er spijkers uitsteken. Als dit het geval is, sla de spijker dan met een hamer en drevel verder de wand in, zodat deze niet meer uitsteekt.

Voor het laatste open stuk plaats je een plank laminaat en draai je deze om. Markeer op de achterkant waar er moet worden gezaagd en zet een rechte lijn met behulp van een winkelhaak. Zaag deze plank nu door met een decoupeerzaag of een laminaatsnijder. Het laatste deel van de rij kan op dezelfde wijze worden gemonteerd, gecontroleerd en vastgezet.

Stap 4 | Uitsparing maken

Ga verder met de volgende rij door te beginnen met het overgebleven stuk laminaat van de vorige rij. Op deze manier zorg je voor een mooi verloop en minimaliseer je het restafval. Kom je een stopcontact tegen? Maak dan eerst een uitsparing en verwijder tijdelijk het stopcontact tijdelijk.

Let op: zorg er altijd voor dat je eerst de betreffende aardlekschakelaar uitzet voordat je het stopcontact verwijdert.

Verwijder het stopcontact en plaats de plank onder het losse stopcontact. Markeer op de laminaatplank met behulp van een winkelhaak waar de uitsparing moet komen. Maak vervolgens de rij af en bepaal waar de laatste plank gezaagd moet worden door de plank om te draaien en af te tekenen.

Nu kun je zowel de uitsparing als de laatste plank uitzagen met behulp van een decoupeerzaag. Zorg ervoor dat je nauwkeurig werkt en de juiste afmetingen hanteert, zodat jouw laminaat tegen de muur zo strak mogelijk geplaatst wordt.

Stap 5 | Monteer, zaag en spijker vast

Herhaal stap 3 en indien nodig stap 4 om de muur verder te bekleden met het laminaat. Bij elke nieuwe rij breng je kit aan, klik je de planken aan elkaar en zet je ze extra vast met een tacker.

Indien nodig kun je een stootblok en hamer gebruiken om ervoor te zorgen dat het laminaat goed op elkaar aansluit.

Let goed op het ontwerp en de kleurstelling van je planken, zodat de verdeling van je laminaat wand er goed uitziet.

Stap 6 | Laatste strook laminaat tegen muur monteren

Je bent nu aangekomen bij de laatste rij van het laminaat. Het is vaak nodig om de laatste plank in de lengte op maat te zagen. Meet nauwkeurig hoeveel laminaat er nodig is om het laatste stuk muur te bedekken. Meet dit zowel links, midden, als rechts op.

Teken de opgemeten afstanden af op de delen laminaat die je nodig hebt voor de laatste rij. Gebruik een plank laminaat als een liniaal om een rechte lijn over de gehele lengte van de plank te zetten.

Zaag nu de planken langs de lijn op maat, zodat ze perfect passen bij de laatste rij. Plaats de ingekorte planken op dezelfde wijze als de voorgaande rijen. Tik ze indien nodig voorzichtig vast met behulp van een stootblok en hamer.

Op deze manier kun je de laatste rij laminaat nauwkeurig op maat maken en op de muur plaatsen. Zorg ervoor dat de planken goed aansluiten en stevig worden vastgezet voor een professionele afwerking van je laminaatwand.

Stap 7 | Elektra terug plaatsen

Nu het laminaat is geplaatst, is het tijd om de elektra weer terug te plaatsen. Monteer de stopcontacten en schakelaars strak op het laminaat. Zorg ervoor dat ze stevig vastzitten op de muur.

Zodra alle stopcontacten en schakelaars op de muur zijn bevestigd, kun je de aardlekschakelaar weer aanzetten. Controleer nogmaals of alles goed is gemonteerd en of de elektra naar behoren functioneert.

Stap 8 | Plinten plaatsen

Tot slot is het tijd om de plakplinten te plaatsen om de randen van het laminaat mooi af te werken. Door het plaatsen van plakplinten geef je de laminaatwand een professionele uitstraling en bescherm je tevens de randen van het laminaat tegen beschadiging.

Meet de lengtes van de randen waar je plakplinten wilt plaatsen en zaag de plakplinten op maat. Verwijder de beschermfolie van de plakzijde van de plinten en positioneer ze langs de randen van het laminaat. Druk ze stevig aan om een goede hechting te garanderen.

Laminaat tegen de muur bevestigen, zo doe je dat!