Leg zelf je tuinverlichting aan

Plaats de buitenlampen op de plekken waar je ze wilt hebben, zodat je de tuinverlichting makkelijk kunt aanleggen. Rol vervolgens de grondkabel uit langs de lampen. Knip de kabel af op de totale lengte die je nodig hebt, met voldoende overlengte voor het geval er iets misgaat en om werkruimte te behouden.

Graaf de grondkabel in op een diepte van 60 cm. Leg daarna de buitenkabel neer, als je die gebruikt. Dit doe je nadat de grondkabel is ingegraven, zodat je de lengte van de buitenkabel nauwkeurig kunt bepalen om deze aan te sluiten op de grondkabel.

Graaf 60 cm diep waar de grondkabel geplaatst gaat worden. De buitenkabel, die naar bijvoorbeeld een hanglamp gaat, kun je als opdek plaatsen door middel van kabelzadels. Daarnaast plaats je deze altijd in een slagvaste buis zodat de kabel beschermd is tegen beschadigingen.

Als je tuinverlichting wilt aanleggen, kun je de stroom meestal van binnenuit halen door de hoofdkabel van de stroomvoorziening aan te sluiten. Je kunt ook een buitenstopcontact aansluiten waarop je de hoofdkabel kunt aansluiten. Om de stroom naar de tuinverlichting te leiden, tak je deze af via een waterdichte grondkabeldoos.

Knip de grondkabel doormidden op de plek waar de kabeldoos komt. Zo ontstaan er twee kabels: één waar de stroom vandaan komt en één waar de stroom verder gaat naar andere lampen. De derde kabel is van de lamp zelf.

Verwijder ongeveer 10 cm van de buitenmantels van alle kabels met een kabelmes en zorg ervoor dat de stroomkabels bloot komen te liggen. Strip vervolgens de blootliggende kabels met een striptang en strip de laatste centimeter van alle kabels. Plaats lasklemmen op alle uiteinden van de kabels en verbind deze met dezelfde kleur van het andere stuk grondkabel. Nadat de grondkabels verbonden zijn, kun je de tuinverlichting aansluiten op de grondkabel.

Let op: de kleuren van de draden van de tuinverlichting kunnen verschillen van die van de grondkabel. Controleer daarom online of vraag een elektricien om advies welke kleuren op elkaar aangesloten moeten worden.

Als alles is aangesloten, kunnen de lasklemmen en de kabels in de grondkabeldoos worden geplaatst. Knip eerst de mantel weg die nog aan de kabel zit. Als de kabels te dik zijn voor de opening van de grondkabeldoos, zaag dan de uiteinden van de kabeldoos af met een ijzerzaag. Klik de grondkabeldoos dicht en plaats tape op het uiteinde. De hars die de doos waterdicht maakt, kun je later aanbrengen. Zo kun je eventuele aansluitingsproblemen nog oplossen voordat het onder de hars zit.

In deze stap gaan we de buitenkabel aansluiten op de schakelaar, zodat we tuinverlichting kunnen gaan aanleggen. Plaats de buitenkabel langs de muur naar een kabeldoos of stopcontact met behulp van een slagvaste buis. Zorg ervoor dat je de buis stevig bevestigt met kabelzadels. Vergeet niet om voldoende overlengte te houden bij de buitenkabel, zodat je later genoeg ruimte hebt om de kabel aan te sluiten.

Je kunt de voorkant van de schakelaar eraf halen om toegang te krijgen tot vier gaatjes waarmee je deze aan de muur kunt bevestigen. Plaats de schakelaar op de muur op de gewenste plek en controleer met een waterpas of deze recht zit. Teken vervolgens met een potlood de vier gaten over op de muur en boor op deze plekken gaten met een klopboor. Plaats de pluggen in de gaten. Strip de kabels, zoals je ook bij de grondkabels hebt gedaan. Sluit de bruine draad aan op de L-ingang van de schakelaar en de zwarte draad aan op de schakel zijde van de schakelaar. Als er nog andere kleuren draden zijn, dan hoef je deze niet te gebruiken.

Heb je hanglampen in je lichtplan? Dan is het tijd om deze nu aan te sluiten. Strip de kabels van zowel de lamp als de buitenkabel en sluit deze weer kleur op kleur aan. De meeste lampen hebben kroonstenen. Als dit niet het geval is, kun je lasklemmen gebruiken. Plaats ook de rest van de lampen in de tuin.

Zet als eerste de groep uit waar je de schakelaar op plaatst. Weet je niet zeker welke groep het is? Zet dan de hoofdschakelaar uit. Hier werk je weer met drie kabels:één kabel komt uit de muur, waar de stroom vandaan komt, één kabel gaat naar de schakelaar en één kabel gaat naar de lampen in je tuin. Strip de draden weer 1 cm en verbind deze met lasklemmen kleur op kleur. Zet de stroom er weer op en controleer of alle tuinverlichting brandt.

Als er lampen zijn die het niet doen, controleer dan zorgvuldig of je alles correct hebt aangesloten en waar de fout zit. Controleer dit vervolgens nogmaals en let daarbij altijd op je eigen veiligheid.

De laatste stap van het stappenplan voor het aanleggen van je tuinverlichting is het gieten van de giethars in de grondkabeldozen. Deze giethars wordt geleverd in de verpakking van de grondkabeldozen en moet op kamertemperatuur zijn. Voordat je begint, doe je handschoenen aan en leg je een vuilniszak onder de werkplek. Hierdoor voorkom je dat harsresten in je tuin terechtkomen.

Zorg ervoor dat je de twee componenten van de giethars goed mengt voordat je de verpakking opent. Lees altijd de gebruiksaanwijzing op de verpakking voordat je aan de slag gaat. Knip of snijd een hoekje van het zakje af en vul de grondkabeldoos tot net onder de rand met de giethars. Plaats het deksel op de grondkabeldoos en plaats deze vervolgens in de grond. Als alle grondkabeldozen zijn gevuld, kun je de gegraven geul met de grondkabel en de kabeldozen dichtmaken.

Buitenverlichting aanleggen, zo doe je dat!