Hoe kun je zelf een lamp ophangen en aansluiten?

Voordat je begint, controleer eerst of er stroom op de draden staat. Haal voorzichtig de kabels met het kroonsteentje uit de centraaldoos. Gebruik een spanningstester om te kijken of er nog stroom op zit.

Is er geen spanning? Dan kun je veilig verder!

Wil je de lamp direct onder de centraaldoos hangen? Gebruik dan de gaatjes in de doos om de beugel van je lamp stevig vast te maken. Zo hangt je lamp straks mooi in het midden.

Nu is het tijd om de lamp op te hangen. Je kunt nu de draden uit de centraaldoos aan de lamp bevestigen.

Begin met het loshalen van de draden uit de kroonsteen. Bij het aansluiten van de draden is het belangrijk rekening te houden met de verschillende kleuren.

• Sluit de zwarte draad aan op de ‘L’.

• De blauwe op de ‘N’.

• De groen gele op de aarde.

Let op: zorg dat er na het aansluiten geen koper van de draden meer zichtbaar is. Zo voorkom je kortsluiting.

Nadat je de draden hebt vastgezet aan de lamp, bevestig je de lamp aan de beugel met de bijgeleverde schroeven.

Begin met het bepalen van de plek waar de nieuwe lamp moet komen. Bekijk ons stappenplan voor het maken van een lichtplan. Zo krijgen de juiste plekken voldoende licht.

Teken de positie van de lamp af op het plafond. Hier bevestig je de beugel van de lamp met behulp van een schroevendraaier.

Let goed op wat voor bevestigingsmateriaal je nodig hebt voor de klus. In dit stappenplan werken we met een betonnen plafond. We maken gebruik van universele pluggen en schroeven.

Heb je een gipsplafond en weet je niet wat je nodig hebt? Ga naar Praxis.nl of bezoek een van onze winkels voor advies over de juiste materialen.

Bepaal nu de lengte van het snoer en knip deze af. Houd hierbij wat speling voor het strippen van de draden.

Gebruik daarna een kabelmes om ongeveer 5 centimeter van de buitenste mantel te verwijderen. Knip de bruine en blauwe draad elk 1 centimeter korter met een kniptang. Strip daarna 1 centimeter van de mantel van elke draad af. Dit doe je met de striptang.

Tip: zet adereindhulsjes op de uiteindes van de gestripte draden. Zo blijven de aders stevig en raken ze niet los. Gebruik een adereindhulstang om de hulsjes goed vast te zetten. Herhaal dit ook aan de andere kant van het snoer.

Sluit nu het snoer aan op de lamp.

• Sluit de bruine draad aan op de ‘L’.

• De blauwe op de ‘N’

• De groen gele op de aarde.

Zet daarna de lamp vast aan de beugel met de schroeven die erbij zitten.

Sluit nu het snoer aan op de centraaldoos. Verbind de bruine draad van het snoer met de zwarte draad. De blauwe sluit je aan op de blauwe en de groene-gele draad op groen-geel.

Let op: zorg dat er na het aansluiten geen koper van de draden meer zichtbaar is. Zo voorkom je kortsluiting.

Nu is het tijd voor de afwerking.

Maak een uitsparing in het afdekkapje met de kniptang en bevestig deze aan de centraaldoos.

Zaag de kabelgoot op maat met een ijzerzaag. Heb je te maken met hoeken? Zaag dan in een hoek van 45 graden voor een nette aansluiting. Plak de goot stevig tegen het plafond en leg het snoer erin.

En zo verplaats je een lamp!