Laminaat tegen de muur geeft je huis een unieke uitstraling. Volg de stappen uit dit stappenplan en creëer een prachtige laminaatwand in jouw interieur.

Als je laminaat tegen de muur wilt plaatsen, begin dan met het nauwkeurig opmeten van de hoogte en breedte van de muur met een meetlint. Zo weet je precies hoeveel pakken laminaat je nodig hebt. Controleer ook of de vloer waterpas ligt, zodat je straks niet voor verrassingen komt te staan.
Om ervoor te zorgen dat het laminaat stevig blijft zitten, is het belangrijk om te weten met welk type muur je werkt.
Heb je een betonnen muur? Dan begin je met een voorzetwand. Schroef rachels tegen de muur vast met minimaal drie pluggen per rachel. Vervolgens bevestig je het laminaat met montagekit op de rachels en zet je elke plank extra vast met spijkers of nietjes.
Heb je een gipswand muur? Dan kun je het laminaat direct op de muur plaatsen. Breng montagekit gelijkmatig aan op de achterkant van de planken en druk ze stevig tegen de muur.
Voor extra stevigheid spijker je de planken vast. Houd er rekening mee dat laminaat redelijk zwaar is, dus een stevige bevestiging is belangrijk.
In dit stappenplan bevestigen we het laminaat horizontaal aan de muur, maar je kunt er ook voor kiezen om het verticaal of overdwars te plaatsen. Twijfel je nog over welk type laminaat je wilt gebruiken? Bekijk dan ons productadvies laminaat voor extra hulp.
Plaats afstandblokjes van 7 tot 10 mm op de vloer tegen de muur. Dit zorgt voor voldoende ruimte voor eventuele werking van het laminaat.
Breng montagekit gelijkmatig aan op de achterkant van de eerste plank. Gebruik niet te veel, zodat de kit niet uitpuilt.
Druk de plank met de lange zijde naar boven stevig tegen de muur en controleer of deze
waterpas ligt.
Bevestig de plank extra stevig aan de muur met een tacker. Omdat deze onderste rij het volledige gewicht van de laminaatwand draagt, is een stevige bevestiging belangrijk.
Breng opnieuw montagekit aan op de volgende plank.
Klik deze volgens de instructies van de fabrikant vast op de korte zijde van de eerste plank.
Controleer opnieuw of alles waterpas ligt en houd rekening met de afstandblokjes.
Zodra de plank goed tegen de muur zit, spijker je deze vast met de tacker.
Voel met een drevel of er spijkers uitsteken. Sla ze zo nodig dieper de wand in met een hamer en drevel, zodat ze niet zichtbaar zijn.
Plaats een plank op het laatste open stuk en draai deze om.
Markeer op de achterkant waar je moet zagen en trek een rechte lijn met een winkelhaak.
Gebruik een decoupeerzaag of laminaatsnijder om de plank op maat te zagen.
Bevestig de laatste plank op dezelfde manier als de rest: kit aanbrengen, vastklikken, waterpas controleren en vastzetten met de tacker.
Zo staat je eerste rij muur-laminaat stevig en kun je verder met de volgende lagen!
Ga verder met de volgende rij door te starten met het overgebleven stuk laminaat van de vorige rij. Zo creëer je een mooi en natuurlijk patroon én minimaliseer je restafval.
Let op: zorg er altijd voor dat je eerst de betreffende aardlekschakelaar uitzet voordat je het stopcontact verwijdert.
Schakel de stroom uit en verwijder tijdelijk het stopcontact.
Plaats de nieuwe plank onder het losgekoppelde stopcontact.
Markeer met een winkelhaak nauwkeurig waar de uitsparing moet komen.
Maak de rij verder af en bepaal waar de laatste plank gezaagd moet worden door deze
om te draaien en af te tekenen.
Nu kun je zowel de uitsparing als de laatste plank uitzagen met behulp van een decoupeerzaag. Zorg ervoor dat je nauwkeurig werkt en de juiste afmetingen hanteert, zodat jouw laminaat tegen de muur zo strak mogelijk geplaatst wordt.
Herhaal stap 3 en indien nodig stap 4 om de muur verder te bekleden met laminaat. Bij elke nieuwe rij breng je kit aan, klik je de planken aan elkaar en zet je ze extra vast met een tacker.
Gebruik een stootblok en hamer als de planken niet soepel in elkaar klikken. Hiermee tik je ze voorzichtig op hun plek zonder de verbinding te beschadigen.
Let goed op het ontwerp en de kleurstelling van je planken, zodat de verdeling van je laminaatwand er goed uitziet.
Je bent aangekomen bij de laatste rij van je laminaatwand. Dit deel moet vaak op maat worden gezaagd om perfect aan te sluiten op de bovenkant van de muur.
Meet de beschikbare ruimte voor de laatste rij laminaat. Meet zowel links, in het midden en rechts, omdat muren niet altijd volledig recht zijn.
Teken de juiste afmetingen af op de planken die je nodig hebt. Gebruik een laminaatplank als liniaal om een rechte lijn over de gehele lengte te trekken.
Zaag de planken op maat langs de afgetekende lijn met een decoupeerzaag of laminaatsnijder.
Plaats de ingekorte planken op dezelfde manier als de vorige rijen.
Gebruik een stootblok en hamer om de planken voorzichtig vast te tikken.
Controleer of de planken goed aansluiten en stevig vastzitten. Bevestig ze met montagekit en eventueel een tacker voor extra stevigheid.
Zo zorg je voor een strakke en professionele afwerking van je laminaatwand.
Nu het laminaat netjes op de muur zit, is het tijd om de stopcontacten en schakelaars weer te monteren.
Plaats de stopcontacten en schakelaars strak op het laminaat en zorg ervoor dat ze stevig vastzitten. Controleer of alles goed aansluit en recht gemonteerd is.
Zet daarna de aardlekschakelaar weer aan en test of alle stopcontacten en schakelaars naar behoren werken. Controleer of er geen bedrading loszit en of alles veilig is bevestigd.
Om de randen van je laminaatwand netjes af te werken, plaats je plakplinten. Dit zorgt niet alleen voor een strakke en professionele uitstraling, maar beschermt ook de randen van het laminaat tegen beschadiging.
Meet eerst de lengtes van de randen waar je de plakplinten wilt plaatsen en zaag ze op maat. Verwijder de beschermfolie van de plakzijde en positioneer de plinten langs de randen van het laminaat. Druk ze stevig aan om ervoor te zorgen dat ze goed hechten.
Laminaat tegen de muur bevestigen, zo doe je dat!

Montagekit

Laminaat

Plinten
Notities